Pagina 1 van 1

Drijfmest moet vanaf 2014 in de bodem aangebracht worden

Geplaatst: vr 12 okt, 2012 13:19
door Stigter
Op dit moment moet drijfmest op grasland gelegen op zand- en lössgronden in de bodem worden toegediend, terwijl dat op grasland op klei en veen ook op de bodem is toegestaan. Die ongelijkheid wordt met ingang van 1 januari 2014 opgeheven, in die zin dat drijfmest ook op grasland op klei en veen in de bodem moet worden gebracht. Dat schrijft staatssecretaris Bleker van Economische zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I) mede namens zijn collega Atsma van Infrastructuur en Milieu in een brief aan de Tweede Kamer.

Gezien het grote areaal grasland op klei en veen en de aanmerkelijk geringere vervluchtiging die optreedt bij aanwending in de bodem, levert dat een aanzienlijk extra bijdrage aan de nationale opgave ter vermindering van de ammoniakuitstoot, mede in verband met de PAS, aldus Bleker.

Uitzonderingen
Bleker realiseert zich dat er situaties kunnen zijn waarin aanwending in de bodem praktisch gezien minder goed mogelijk is, bijvoorbeeld omdat de gesteldheid van de bodem dat bemoeilijkt. Voor die gevallen biedt hij de mogelijkheid onder bepaalde voorwaarden drijfmest op de bodem aan te wenden. In beginsel komen hiervoor drie methoden in aanmerking die qua emissie min of meer vergelijkbaar zijn met methoden waarbij mest in de bodem wordt gebracht.
  • Een reeds toegepaste methode is die waarbij mest uit een depot wordt aangevoerd via slangen. Hierbij is noodzakelijk dat de mest wordt verdund. Daardoor komt bij aanwending belangrijk minder ammoniak vrij dan indien de mest onverdund rechtstreeks uit een tank op de bodem wordt gebracht.
  • Een tweede uitzondering geldt voor toepassingen waarbij tegelijk met de mest eenzelfde volume water over de uitgebrachte mest wordt gesproeid. Deze methode is nu niet toegestaan.
  • Bij een derde methode wordt de mest voor het aanwenden tot een bepaald niveau aangezuurd.

Punt van aandacht bij de drie uitzonderingen is de handhaafbaarheid omdat correcte naleving alleen op het moment van toedienen kan worden vastgesteld. Als uit nalevingsmetingen blijkt dat deze een onacceptabel niveau heeft, dan zullen de uitzonderingen worden heroverwogen. Om tijdig een beeld te krijgen van de handhaafbaarheid van de methode waarbij gebruik wordt gemaakt van een 'waterspray', wil Bleker deze methode al in 2013 bij wijze van proef onder nader te stellen voorwaarden toestaan. Omtrent een veilige en bedrijfseconomisch haalbare toepassing van een aanzuurmethode loopt momenteel nog onderzoek. Toelating van die methode zal Bleker op basis van de uitkomsten van dat onderzoek begin volgend jaar beoordelen.

bron